Responsive image

Artikel 40 Algemene bepalingen

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 40 Algemene bepalingen

1. De werknemer of zelfstandige, die achtereenvolgens of afwisselend onderworpen is geweest aan de wetgevingen van twee of meer Lid-Staten, waarvan er ten minste één niet tot het in artikel 37, lid 1, bedoelde type behoort, heeft recht op uitkeringen overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 3, welke van overeenkomstig toepassing zijn, met inachtneming van lid 4.

2. De betrokkene echter die door arbeidsongeschiktheid met daaropvolgende invaliditeit wordt getroffen, terwijl ophem een in bijlage IV, deel A, vermelde wetgeving van toepassing is, heeft onder de volgende voorwaarden recht opuitkeringen overeenkomstig artikel 37, lid 1:

— hij moet voldoen aan de door deze wetgeving of andere wetgevingen van hetzelfde type gestelde voorwaarden, eventueel met inachtneming van artikel 38, zonder dat echter een beroepbehoeft te worden gedaan optijdvakken van verzekering welke onder niet in bijlage IV, deel A, vermelde wetgevingen zijn vervuld, en

— hij mag niet voldoen aan de voorwaarden voor het ontstaan van het recht opinvaliditeitsuitkeringen krachtens een niet in bijlage IV, deel A, vermelde wetgeving, en

— hij mag geen eventuele rechten doen gelden opouderdomsuitkeringen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 44, lid 2, tweede zin.

3.

a) Voor de vaststelling van het recht opuitkeringen krachtens de in bijlage IV, deel A, vermelde wetgeving van een Lid-Staat waarbij de toekenning van een invaliditeitsuitkering afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat de betrokkene gedurende een bepaald tijdvak uitkeringen wegens ziekte heeft ontvangen of arbeidsongeschikt is geweest, wordt, wanneer een werknemer of zelfstandige opwie deze wetgeving van toepassing is geweest wordt getroffen door arbeidsongeschiktheid met daaropvolgende invaliditeit terwijl de wetgeving van een andere Lid-Staat op hem van toepassing is, onverminderd het bepaalde in artikel 37, lid 1, rekening gehouden met:

i) elk tijdvak waarover hij opgrond van de wetgeving van de tweede Lid-Staat voor deze arbeidsongeschiktheid uitkeringen wegens ziekte of, in plaats daarvan, zijn loon/salaris heeft genoten,

ii) elk tijdvak waarover hij opgrond van de wetgeving van de tweede Lid-Staat voor de invaliditeit volgende opdeze arbeidsongeschiktheid, uitkeringen in de zin van titel III, hoofdstukken 2 en 3, van de verordening heeft genoten,

alsof het een tijdvak betrof waarover hem uitkeringen wegens ziekte waren verleend krachtens de wetgeving van de eerste Lid-Staat of tijdens hetwelk hij arbeidsongeschikt was in de zin van deze wetgeving.

b) Het recht opinvaliditeitsuitkeringen gaat ten aanzien van de wetgeving van de eerste Lid-Staat in na afloopvan het bij deze wetgeving vastgestelde voorafgaande tijdvak waarover uitkeringen wegens ziekte worden verleend, of na afloopvan het bij deze wetgeving vastgestelde voorafgaande tijdvak van arbeidsongeschiktheid, doch niet eerder dan:

i) opde datum waarophet recht opuitkeringen als bedoeld onder a), ii), hiervóór opgrond van de wetgeving van de tweede Lid-Staat ingaat, of

ii) opde dag volgende opde laatste dag waarop de betrokkene opgrond van de wetgeving van de tweede Lid-Staat recht op uitkeringen wegens ziekte heeft.

4. De door het orgaan van een Lid-Staat genomen beslissing omtrent de toestand van invaliditeit van de aanvrager is bindend voor het orgaan van iedere andere betrokken Lid-Staat, mits in bijlage V is vermeld dat de voorwaarden van de wetgevingen van deze Lid-Staten met betrekking tot de toestand van invaliditeit met elkaar overeenstemmen.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.